‘… en nauwelijks stonden de twee zussen bij ons in de wasserij, (…) of ik had het gevoel dat de ramen van onze wasserij wijd openstonden (…)’ .
Dat verfrissende gevoel heb je ook als je Duiven vliegen op leest.
‘… en nauwelijks stonden de twee zussen bij ons in de wasserij, (…) of ik had het gevoel dat de ramen van onze wasserij wijd openstonden (…)’ .
Dat verfrissende gevoel heb je ook als je Duiven vliegen op leest.
Recensie door: Rein Swart
Sappige impressie van een modern hoofdstedelijk milieu
Een schrijver laat altijd meer zien dan hij denkt, schrijft Marja Pruis in Kus me, straf me. Dat geldt ook voor Karel Wasch die in bedekte termen vertelt over zijn jeugd. Het is al snel duidelijk dat die zich afspeelt in Amsterdam. De Tempel waarin de gymnasiast Werner samenkomt met zijn vrienden, kan niet anders zijn dan Paradiso en ook boekhandelaar Gert Braat en zijn zoon Walter zijn vanuit de verte herkenbaar.